Een goed testament kan je heel wat opleveren

Wettelijke bescherming niet optimaal
Met een goed testament zorg je ervoor dat de langstlevende beschermd wordt en ondanks het verlies nog wel door kan gaan met leven. Het is belangrijk dat de langstlevende op zo’n moment stevig achter het stuur kan blijven zitten en dat de kinderen hun erfdeel nog niet kunnen opeisen. Veel mensen denken dat dat wettelijk al is geregeld. Dat klopt maar deels. Als je geen testament hebt, en je bent gehuwd of geregistreerd partner, beschermt de wet de langstlevende deels en zorgt dat alle bezittingen naar de langstlevende overgaan. Die bescherming is echter niet optimaal en zeker niet altijd op fiscaal gebied. De belastingdienst heeft per definitie niet jouw fiscale belangen voorop staan. Daar zie je duidelijk het contrast tussen de staatstaak van de overheid om de burger te beschermen en de staatstaak van de overheid om, daar waar mogelijk, belasting te heffen.

Fiscaal probleem
De wetgever beschermt je dus wel tegen anderen, kinderen bijvoorbeeld, mits je gehuwd of als partner geregistreerd bent. Samenwonenden moeten zelf voor die bescherming zorgen in de vorm van een testament. Maar de bescherming in fiscale zin is in sommige gevallen niet of zeer beperkt aanwezig. Zonder goed testament heb je mogelijk een groot fiscaal probleem. Je moet veel erfbelasting betalen en als klap op de vuurpijl zit je mogelijk ook nog met een hoge zorgbijdrage, als je met al dat vermogen dat - bij overlijden van je partner - naar jou is overgegaan, het verpleegtehuis binnenstapt.

Wat is dan een goed testament?
Misschien gek om dit van een notaris te horen, maar in een goed testament wordt niet te veel vastgelegd. Wat wijsheid is weet je vaak pas achteraf – na het overlijden van je partner – en hangt van zoveel factoren af: het zittende kabinet en diens belastingvrijstellingen en -tarieven, wie er als eerste komt te overlijden, in welke levensfase, hoe het met de kinderen gaat, om maar een paar voorbeelden te noemen. Met niet te veel vastleggen wordt bedoeld dat het niet onveranderlijk moet zijn, natuurlijk moet je wel duidelijke regels vastleggen. Het is dus niet slim om te veel in je testament onveranderbaar vast te leggen, bijvoorbeeld: alles gaat naar de langstlevende, en daarmee uit. Leg vast dat de langstlevende flexibiliteit heeft, dat er na het overlijden nog allerlei keuzes gemaakt kunnen worden. Wie wordt de eigenaar van het bezit? Toch de langstlevende of zet je bijvoorbeeld alvast een woning op naam van het kind? En zorg voor een eenvoudiger fiscale afwikkeling van de aangifte erfbelasting. Leg in het testament vast dat de langstlevende binnen acht maanden na jouw overlijden nog een keuze heeft. Hij of zij kan kiezen om – als ware het een bedieningspaneel – de schuif helemaal de ene kant op te zetten – de langstlevende aanvaardt alles, en er blijven geen erfdelen voor de kinderen over, dus er is geen sprake van erfbelasting. Maar er kan ook voor worden gekozen de schuif juist de andere kant op te zetten: het hele bezit wordt op naam van de kinderen gezet omdat men alvast (op papier of in het echt) het vermogen wil 'veiligstellen' tegen zo laag mogelijke belastingen.

Evenwicht
Alles wat daartussen ligt, is natuurlijk ook mogelijk: deels op naam van de langstlevende partner en deels op naam van de kinderen. Wat kan een kind belastingvrij erven? Het jaar van overlijden is daarbij bepalend. Dit jaar ligt dat bedrag op 21 duizend euro per kind. Dan kun je je testament zo afwikkelen dat je precies op dat bedrag per kind uitkomt. Als je een bezit hebt van bijvoorbeeld een half miljoen, is dat bedrag misschien niet hoog genoeg, en wil je kijken wat de juiste balans is tussen het bedrag verhogen en wat belasting betalen. Hoeveel kan een kind bovenop die 21 duizend euro erven zonder dat je in een hogere tariefcategorie terechtkomt? Zo kun je zoeken naar een bepaald evenwicht: de belangen en de portemonnee van de langstlevende, een stukje toekomstperspectief, gezondheid, de kinderen. Op die manier kun je na het overlijden nog een stukje fiscale planning maken.

Flexibel en regelmatig herzien
Een goed testament heeft dus flexibiliteit in zich. Een goed testament verdient bovendien een periodieke herbeoordeling. Er zijn te veel mensen die in de jaren tachtig en negentig een testament hebben opgesteld, waarbij de kernboodschap was: alles moet naar de langstlevende en de kinderen moeten als het ware achter een rol prikkeldraad blijven wachten tot de laatste is overleden. Stel dat dan een van de ouders komt te overlijden op hoge leeftijd en de ander zit al in het verpleegtehuis. Iets dat heel vaak gebeurt. Dan zorgt zo’n rigide testament ervoor dat het hele vermogen aan dat kille, koude kamertje in het verpleegtehuis opgaat. De zorgwetgever snoept elk jaar dertig duizend euro van dat vermogen af. Dat testament is ooit zo opgesteld, heel rigide voor dat moment en die situatie, maar helaas nooit aangepast. Er is bij opname in een zorginstelling (en zeker bij overlijden) geen andere keuze dan het op die manier uit te voeren. Een testament kan dus dermate verouderd zijn, dat het hebben van een testament in sterke mate nadeliger kan uitpakken dan geen testament hebben. Tot 2003 waren testamenten vaak heel streng gericht tegen de kinderen. Sinds het wettelijk erfrecht in 2003 ingrijpend is veranderd, zijn de kinderen vaak juist de oplossing, mits de gezinssituatie normaal is natuurlijk. Een goed testament verdient dus een periodieke herbeoordeling.

Benieuwd naar mogelijke financiële voordelen?
Welbeschouwd kost het laten vastleggen van een testament bij de notaris je dus geen geld, maar het levert juist geld op. Natuurlijk regel je een testament om verschillende redenen. Op nummer één staat natuurlijk niet het financiële voordeel, maar vooral zekerheid, een gerust gevoel en een daarmee gepaard gaande goede nachtrust, ontzorging én ethisch-morele afwegingen. Toch mag het financiële aspect ook wel eens benoemd worden. Vragen over testamenten en erfbelasting? Neem gerust contact met ons op.

Contact opnemen